Deze vleugelloze, slanke, zilverige insektjes, die ook wel suikergasten worden genoemd, bezitten lange, draadvormige antennen en drie ‘staarten’.
Ze zijn gesteld op een koele, vochtige omgeving. Het nauw verwante ovenvisje heeft daarentegen juist een voorkeur voor warme, droge plaatsen en leeft in de buurt van bakkerijovens en warmwaterleidingen. Beide voeden zich met stoffen met een hoog gehalte aan zetmeel en suiker, zoals meel, voedselresten, lijm, behangpapier en sommige stoffen.
Deze insekten gedijen slecht als ze geregeld worden verstoord. Voorkom dat ze zich tot een plaag kunnen ontwikkelen door dikwijls te stofzuigen, kleding nu en dan te luchten, boekenplanken af te stoffen en kelder of voorraadkast schoon te houden. Bestrijding mèt insekticiden heeft meestal weinig zin wegens de verstopte levenswijze van zilveren ovenvisje. Meer mogelijkheden biedt een lokdoosje, bijvoorbeeld een luciferdoos, met een stuk bananeschil.