Zindelijkheidstraining

Een kind proberen zindelijk te maken is voor veel ouders een nodeloze bron van ongerustheid. Vroeg of laat worden alle kinderen zindelijk, tenzij een handicap meespeelt.

Het heeft geen zin een baby te trainen voordat hij gemakkelijk rechtop kan zitten. Op deze leeftijd, meestal negen maanden, is de baby er waarschijnlijk aan gewend geraakt om een of twee keer per dag ontlasting te hebben. Vaak gebeurt dit op vaste tijden, kort na het middagmaal. Zet de baby zo’n vijf minuten op de pD. Als hij zijn behoefte doet, prijs hem dan. Zo niet, doe hem dan een luier om en wacht tot de volgende keer. Al gauw combineert hij het gevoel van de po op zijn achterwerk met het gevoel van de ontlasting die hij doet. Steeds vaker zal het eerste gevoel het tweede tot gevolg hebben.

Laat de baby eerst behoorlijk zijn ontlasting leren beheersen alvorens het plassen onder controle te krijgen. Ook hier geldt: laat de baby op de po zitten in de hoop dat hij toevallig een plas doet. Prijs hem als dit succes heeft, maar maak er geen punt van als de po nog droog is.

Als een baby zo’n vijftien maanden oud is, zal hij eenvoudige woordjes kunnen gebruiken om aan te geven dat hij wil plassen of zijn behoefte moet doen. De meeste kinderen begrijpen al heel gauw wat de bedoeling is van de zindelijkheidstraining.

Men kan zich ergeren als een baby weer terugvalt en binnen één minuut zijn luier nat maakt nadat hij vijf minuten tevergeefs op de po heeft gezeten. Dit mag men de baby nooit verwijten. Soms gebeurt dit als het kind in spanning leeft, misschien leert hij net lopen of is er een grote wijziging in de gezinsomstandigheden. Geduld is de uiteindelijke oplossing.