In een verwarming met zonnepanelen wordt water (of een andere vloeistot) door de zon opgewarmd en vervolgens door een warmtewisselaar gevoerd. Daar wordt de opgezamelde zonnewarmte afgegeven aan een warmwaterof cv-systeem. Een thermostaat stuurt het systeem en sluit het ‘s nachts of op bewolkte dagen af. Soms is in het systeem een tank of een andere vorm van warmteopslag opgenomen; deze houdt de op zonnige dagen verzamelde warmte vast voor perioden met weinig zon. Een vrij algemene en niet te dure methode maakt gebruik van platte panelen.
Voor een optimale werking moeten de zonnepanelen op het zuiden zijn geplaatst. Ze moeten met de horizon een hoek maken die overeenkomt met de plaatselijke breedtegraad waarbij 15. zijn opgeteld. Het mooiste is als de panelen evenwijdig kunnen lopen met de helling van het dak. Kan dat niet, dan moeten ze met steunen in de juiste hoek worden geplaatst -en wel zo stevig, dat de wind er geen vat op kan krijgen.
In gebieden met een kouder klimaat (en daartoe moet ook ons land worden gerekend) moet de warmteverzamelende vloeistof worden beschut tegen nachtvorst. In sommige systemen is een antivriesmiddel aanwezig. Andere zijn uitgerust met een inrichting waarbij de warmtedragende vloeistof bij dalende temperaturen terugloopt in de warmtewisselaar of de warmte-opslag.
Of een systeem met zonnepanelen zijn kosten opbrengt, is afhankelijk van energieprijzen, aantal uren zonneschijn per jaar en ook van het soort systeem. In onze streken zijn de voorwaarden niet al te gunstig. Een compleet huis met zonnewarmte verwarmen is praktisch niet mogelijk; wel is het soms mogelijk een warmwatersysteem met zonnewarmte op gang te houden. Of dat de moeite en kosten loont, is voorlopig nog de vraag. Laat een vakman kosten en baten uitrekenen. Een verwarmingssysteem met zonnewarmte moet binnen 10 jaar kunnen worden terugverdiend; lukt dat niet dan is het installeren ervan weinig zinvol.