Het aantal mensen per vierkante kilometer is in Europa in het zuiden hoog en in het uiterste noorden zeer laag. Hoe noordelijker men komt, des te lager is de bevolkingsdichtheid. Het klimaat wordt langzamerhand kouder en de omgeving wordt steeds onaantrekkelijker om in te wonen. Als we nog verder noordelijk gaan, komen we ten slotte terecht in de ijswoestijnen van Europa. Het zal duidelijk zijn dat het aantal steden en hun aantal inwoners afnemen, naarmate men op hogere breedtegraden vertoeft. Trouwens, als we op de wereldkaart een lijn zouden trekken van Edinburgh over Kopenhagen naar Moskou dan zou ons al gauw opvallen dat er ten noorden van die lijn maar een echte miljoenenstad ligt, het Russische Leningrad. Toch liggen er ten noorden van die denkbeeldige lijn niet minder dan vier hoofdsteden van landen, te weten Oslo, Stockholm, Helsinki en Reykjavik. Zweden ligt in zijn geheel boven deze lijn en in het hele land zullen we geen steden aantreffen die in omvang en inwonersaantal doen denken aan wereldsteden als Londen of New York. Ondanks de uitgestrektheid van Zweden 449.964 km2 – heeft maar een stad er meer dan een miljoen inwoners. Stockholm, de Zweedse hoofdstad, komt met zijn voorsteden meegerekend aan de anderhalf miljoen inwoners.